Vogeltje vogeltje, vlieg je blij.
Vogeltje vogeltje in de lucht,
vogeltje vogeltje voel jij je vrij.
Het is een zelf bedacht liedje, die ik vaak zing met de kleinkinderen.
Ik zet ze dan met hun kleine voetjes op de vensterbank om samen dit liedje te zingen en uit te kijken naar vogels in de lucht.
Iwan zeg dan " vogeltje waar ben je"?
Ik heb dat met alle 5 kleinkinderen gezongen, ze kennen het liedje allemaal, heel eenvoudig maar doeltreffend.
Mijn liefde voor vogels heb ik van mijn vader geërfd. Hij zat regelmatig met een verrekijker vogels te spotten, en wist er ook veel van af.
De verrekijker staat bij mij in de kast de geur van mijn vader ruik in nog steeds als ik de kijker voor mijn ogen zet.
Het is inmiddels november, ik hang van alles buiten op voor de vogeltjes, zakjes met zaad en pinda's, vetbollen en gevulde kokosnoten.
Ze vliegen af en aan, maar deze maand is het allemaal regen en nog eens regen.
De koolmeesjes weten waar ik woon en komen soms tussen de regendruppels met een nat verenpak aangevlogen om wat van het vet te nuttigen.
Ik schuil ook, kan er niet zo goed tegen al die regen.
Ik wil niet klagen, maar Vader draag mij door deze donkere dagen, zodat ik de winter kan verdragen.
Zachtjes hoor ik in mij hart, "Carolien waar ben je."