Pagina's

zondag 17 maart 2013

* Reservoir van liefde

Even terug naar vorige week donderdag.

Het pannetje met witlof staat te pruttelen op het gas, vandaag wordt het witlofschotel met kaas, heerlijk. Het is inmiddels 18.10 uur en het is nog prachtig buiten. Ik zit op de bank en de gewaarwording dat de dagen langer worden is heel plezierig, het ruikt buiten zelfs al een beetje naar het voorjaar.
Even de schoenen uit en de benen op de tafel, even nadenken over deze dag.
Ben vanmiddag aan het werk geweest, twee uurtjes mocht ik mij begeven onder mijn collega's. Ik heb nog geen plaats genomen achter de receptie, maar mag nu even wat dingen doen die op dit moment bij me passen.
Er staat nog een PC vrij en als ik daar achter ga zitten en mijn mailbox open, zie ik dat ik een hele rits mail moet wegwerken (372 stuks, help!). Deze hoeveelheid mail geeft aan dat het gewoon allemaal doorgaat, ook als ik er niet ben. Het was een heftig jaar, en denk terug aan 29 maart '12 toen ik te horen kreeg dat ik borstkanker had.
"Hey Carolien, wat leuk je te zien, hoe gaat het" hoor ik opeens een collega achter mij vragen. Ik schrik er gewoon een beetje van, zo diep was ik verzonken in mijn gedachten.




"Tja wat moet ik er op zeggen, het gaat redelijk" zeg ik.
Ik wil nog niet zoveel vertellen, dus ik hou het kort bij de meeste collega's.
Het is nog zo wiebelig, zit nog zo in het proces van herstel.
Ze hadden me al voorbereid op de periode na de chemotherapie dat je in een gat kon vallen. Ik dacht nog dat zal wel meevallen, maar dat gat kwam inderdaad. Ik ben er niet ingevallen maar meer in gerold. Je gaat nadenken en je lichaam wil nog niet helemaal wat je hoofd wil, en dat geeft een gevoel van isolement. Zo van "ach laat mij maar",... oeps,... daar was het ineens weer, de uitdrukking van "ach laat mij maar" had ik dat ook niet eerder in mijn blog geschreven?
Ik scroll even door mijn blog, en inderdaad daar staat het, op 22 juni in het bericht "kom en vlieg. " Was ik niet degene die schreef, dat God tegen mij zei, "je hebt wat te vertellen".

Ja dat was ik, die dat schreef. Ik heb een groot hart, maar ik voel me zó niemand de laatste tijd.

De witlof is inmiddels klaar, ik leg de stronkjes op het bordje en strooi er wat kaas overheen. Als ik voor de tv plaats neem en onder het eten journaal wil kijken, begin ik er toch over te peinzen, hoe is het geweest de laatste tijd. Heeft God gelijk gehad, heb ik echt wat te vertellen?
Was mijn kooitje niet het veiligste plekje om te schuilen de laatste tijd, en het liefst het doekje er over heen getrokken. Niet willen zeggen dat het zo langzaam gaat, niet zwak willen zijn. Of zijn het de tranen die nog zo hoog zitten dat ik die niet wil laten zien. Of is het de trots die me afhoudt van het delen met mensen, of is het gewoon angst om niet begrepen te worden. Pff ingewikkeld.

Het moeilijk jaar werd nog eens zwaarder nadat ik een paar weken terug een hele fijne vriend heb verloren. Een vriend waar ik veel mee deelde en die een grote leegte achterlaat.
Dat was de druppel die mij uit mijn evenwicht heeft gebracht. Het was even teveel.
Ik wilde alleen zijn met mijn dingen, met mijn verdriet, met mijn ....... ach met van alles.

En toch,.. er is altijd een toch bij God, toch wil ik jou gebruiken,..
In mijn dagboekje lees ik juist vandaag, dat God tegen mij zegt,
Als het lijkt of niemand je begrijpt, kom dan gewoon dichtbij Mij. Verheug je in degene die je helemaal begrijpt en volmaakt van je houdt. Ik vul je met liefde; en zo wordt je een reservoir van liefde, dat overstroomt naar de levens van andere mensen. 

O ja, zo werkt God. Ik hoef alleen maar te komen, me laten vullen, en dan mag ik weer geven.

Ik was het even kwijt, het was een tijdje stil in mij, mijn reservoir was langzaam leeg gedruppeld.
Maar wat een wonder, ik heb het samen met Krijn mijn voorganger, die vrijdag langs kwam, weer opnieuw ontdekt, ik weet weer hoe God werkt.
Een plantje heeft water nodig om een grote boom te worden, ik heb Gods liefde nodig om een beter mens te worden in deze wereld, waar het allemaal niet alleen om mij draait.
Yes, ik ben er weer, en ik heb denk ik toch wat te vertellen.