Pagina's

zaterdag 29 juni 2013

Troost

Mijn korte haar kam ik in model, wat is het toch gemakkelijk, even een washandje over mijn haar en het zit.  Ik teken mijn wenkbrauwen wat bij, en geef mijn wangen wat kleur, klaar om weg te gaan."Goh joh, wat staat je dat goed dat korte kopie, staat je pittig " hoor ik geregeld mensen zeggen.
Ik voel me helemaal niet "pittig" maar zwak. Niemand mag het zien dat het helemaal nog niet goed gaat, dat ik een gat in mijn lijf heb. Een gat van pijn, geen lichamelijke pijn meer, maar mentale pijn. Dat ik mijn leven niet weer op de rit krijg, dat ik bang ben en verward, dat ik soms boos ben en verdrietig, dat ik me alleen voel omdat ik rouw om een geliefd persoon.
"Het is nu toch al weer een tijdje geleden allemaal" voel ik mensen denken, "het moet nou toch weer een  beetje over zijn"?
Of denk ik dat mensen dat denken.

Het is niet voor niks dat ik een tijd niet heb geschreven, en waardoor mensen zich begonnen af te vragen, hoe het nu echt met me gaat.

Mijn grote valkuil en mijn overleving is, niet zwak willen zijn, niet willen zeuren, niet onnodige aandacht willen hebben. Ik had mijn vertelkraantje een tijdje dichtgedraaid. En langzaam vroor hij dicht.

Ik ben opgegroeid in een goed gezin waar zeuren helemaal niet aan de orde was, troost werd, onbedoeld, niet heel vaak gehanteerd. Dus een klein harnas had ik me al eigen gemaakt.

Bijna elke zondag stap ik in de auto om naar de dienst te gaan. Ik draag mijn harnas mee die inmiddels perfect zit, maar ook mijn muur tolereer ik, het is immers mijn muur. Het kleine meisje veilig achter die muur.


Mijn muur hoef je niet met een moker neer te halen, mijn muur is opgebouwd uit bevroren tranen, als er warmte bij komt smelt het, maar ja, laat dat maar eens zien.


Wat is het moeilijk om troost te ontvangen, als die harnas in de weg zit. Het is moeilijk voor mensen om daar ook door heen te prikken. Om een boos en teleurgesteld iemand te troosten, is moed en liefde nodig. Mijn boosheid is immers de voorkant van mijn verdriet.
In de preek van zondag werd duidelijk dat je boos mag zijn over omstandigheden en dat er bij God troost is. Dat Hij heel goed met boosheid om kan gaan. God schrikt niet van die emotie, wij mensen vaak wel.





Toen ik met Anita (mijn zus) vanuit de kerk naar huis reed, hebben we gehuild.  Het water van mijn muur, mijn bevroren muur sijpelde weg, een klein stukje genezing en troost vond plaats.
Toen ik thuis kwam, ben ik in mijn boekenkast gaan zoeken naar het boek "Eindelijk thuis" van Henri Nouwen. Geweldig boek over een schilderij van Rembrandt.
Uitvoering vertelt Henri over de handen van het schilderij "de terugkeer van de verloren zoon".
Een prachtige vergelijking van de verloren zoon die weer thuis komt en troost vind bij zijn vader, en hoe God troost en aanmoediging wil schenken aan zijn kinderen. Ik ben geen verloren zoon/ dochter, ik blijf altijd wel bij God in de buurt, maar de handen van troost en aanmoediging, daar moest ik naar zoeken, bij mensen en uiteindelijk toch weer bij God.  Die ene hand van troost is zó nodig en tegelijk de andere hand, die zegt, "toe maar weer".

Ik zoek een lied op die ik een tijd terug op YouTube*  had gehoord. Als de piano begint te spelen en de vrouw begint te zingen scheurt mijn bevroren muur in tweeën.
God, sus mij alstublieft,..
zodat ik weer verder kan gaan, zonder harnas en zonder muur.
Want dan ben ik wie ik écht ben, gewoon Carolien, Zijn geliefd kind.

* YouTube zoek op "Sus mij".


zondag 17 maart 2013

* Reservoir van liefde

Even terug naar vorige week donderdag.

Het pannetje met witlof staat te pruttelen op het gas, vandaag wordt het witlofschotel met kaas, heerlijk. Het is inmiddels 18.10 uur en het is nog prachtig buiten. Ik zit op de bank en de gewaarwording dat de dagen langer worden is heel plezierig, het ruikt buiten zelfs al een beetje naar het voorjaar.
Even de schoenen uit en de benen op de tafel, even nadenken over deze dag.
Ben vanmiddag aan het werk geweest, twee uurtjes mocht ik mij begeven onder mijn collega's. Ik heb nog geen plaats genomen achter de receptie, maar mag nu even wat dingen doen die op dit moment bij me passen.
Er staat nog een PC vrij en als ik daar achter ga zitten en mijn mailbox open, zie ik dat ik een hele rits mail moet wegwerken (372 stuks, help!). Deze hoeveelheid mail geeft aan dat het gewoon allemaal doorgaat, ook als ik er niet ben. Het was een heftig jaar, en denk terug aan 29 maart '12 toen ik te horen kreeg dat ik borstkanker had.
"Hey Carolien, wat leuk je te zien, hoe gaat het" hoor ik opeens een collega achter mij vragen. Ik schrik er gewoon een beetje van, zo diep was ik verzonken in mijn gedachten.




"Tja wat moet ik er op zeggen, het gaat redelijk" zeg ik.
Ik wil nog niet zoveel vertellen, dus ik hou het kort bij de meeste collega's.
Het is nog zo wiebelig, zit nog zo in het proces van herstel.
Ze hadden me al voorbereid op de periode na de chemotherapie dat je in een gat kon vallen. Ik dacht nog dat zal wel meevallen, maar dat gat kwam inderdaad. Ik ben er niet ingevallen maar meer in gerold. Je gaat nadenken en je lichaam wil nog niet helemaal wat je hoofd wil, en dat geeft een gevoel van isolement. Zo van "ach laat mij maar",... oeps,... daar was het ineens weer, de uitdrukking van "ach laat mij maar" had ik dat ook niet eerder in mijn blog geschreven?
Ik scroll even door mijn blog, en inderdaad daar staat het, op 22 juni in het bericht "kom en vlieg. " Was ik niet degene die schreef, dat God tegen mij zei, "je hebt wat te vertellen".

Ja dat was ik, die dat schreef. Ik heb een groot hart, maar ik voel me zó niemand de laatste tijd.

De witlof is inmiddels klaar, ik leg de stronkjes op het bordje en strooi er wat kaas overheen. Als ik voor de tv plaats neem en onder het eten journaal wil kijken, begin ik er toch over te peinzen, hoe is het geweest de laatste tijd. Heeft God gelijk gehad, heb ik echt wat te vertellen?
Was mijn kooitje niet het veiligste plekje om te schuilen de laatste tijd, en het liefst het doekje er over heen getrokken. Niet willen zeggen dat het zo langzaam gaat, niet zwak willen zijn. Of zijn het de tranen die nog zo hoog zitten dat ik die niet wil laten zien. Of is het de trots die me afhoudt van het delen met mensen, of is het gewoon angst om niet begrepen te worden. Pff ingewikkeld.

Het moeilijk jaar werd nog eens zwaarder nadat ik een paar weken terug een hele fijne vriend heb verloren. Een vriend waar ik veel mee deelde en die een grote leegte achterlaat.
Dat was de druppel die mij uit mijn evenwicht heeft gebracht. Het was even teveel.
Ik wilde alleen zijn met mijn dingen, met mijn verdriet, met mijn ....... ach met van alles.

En toch,.. er is altijd een toch bij God, toch wil ik jou gebruiken,..
In mijn dagboekje lees ik juist vandaag, dat God tegen mij zegt,
Als het lijkt of niemand je begrijpt, kom dan gewoon dichtbij Mij. Verheug je in degene die je helemaal begrijpt en volmaakt van je houdt. Ik vul je met liefde; en zo wordt je een reservoir van liefde, dat overstroomt naar de levens van andere mensen. 

O ja, zo werkt God. Ik hoef alleen maar te komen, me laten vullen, en dan mag ik weer geven.

Ik was het even kwijt, het was een tijdje stil in mij, mijn reservoir was langzaam leeg gedruppeld.
Maar wat een wonder, ik heb het samen met Krijn mijn voorganger, die vrijdag langs kwam, weer opnieuw ontdekt, ik weet weer hoe God werkt.
Een plantje heeft water nodig om een grote boom te worden, ik heb Gods liefde nodig om een beter mens te worden in deze wereld, waar het allemaal niet alleen om mij draait.
Yes, ik ben er weer, en ik heb denk ik toch wat te vertellen.

zondag 3 februari 2013

* Controle afspraak

Afgelopen week had ik een afspraak bij de Oncoloog, controle van de behandeling tegen borstkanker.
Best spannend, hoe heb ik het gedaan, hoe ziet mijn bloed eruit, wat zijn de uitslagen.
De knokpartij van de afgelopen maanden zal nu onder de loep worden genomen. Anneke en ik zitten in de wachtkamer, het was koud buiten, en ik zei nog tegen haar, "brr, ik hoop dat de arts warme handen heeft". We hebben er lol om, het ontkracht wel even de spanning die toch in je lijf heerst. De droge mond van mij wordt weggelachen, daar ben ik best heel sterk in.

De internist komt ons halen en we mogen plaats nemen tegenover de arts. Waarom zijn dat soort mannen altijd van die leuke mannen, niet bevorderlijk voor mijn droge mond. ;-)
Over zijn leesbril kijken bruine ogen mij aan en hij vraagt vriendelijk, "hoe is het gegaan de laatste maanden"? Eigenlijk wou ik gelijk de bloedwaarden weten, maar de dokter nam rustig de tijd.
Hij observeert mij en constateert dat ik er de vorige keer vermoeider uitzag. Ja het gaat eigenlijk best goed, mijn energie komt langzaam weer terug. Hij wil me niet langer in spanning houden, mijn bloedwaarden zagen er prima uit. Je hebt het goed doorstaan, het is een zware kuur en dat vraagt wel wat. Alleen je cholesterol is wel te hoog, daar moeten we wel naar gaan kijken".
Hij wil mij onderzoeken, en zegt "trek de bovenkleding maar even uit". Hij heeft een beetje een buitenlands accent en dat klinkt wel leuk. Als ik mijn trui over mijn hoofd trek, gaat mijn pruik mee in mijn halsopening.  Beetje gênant, vooral bij deze arts. Ik leg mijn pruik met een sierlijke handomdraai op het kastje, en zeg "zo kan het ook wel".
"Geen probleem" zegt hij met zijn leuk accent, ik glimlach een beetje verlegen.
Als hij mij onderzoekt kan ik van alles aan hem vragen, uiteindelijk zegt hij,..
" het ziet er allemaal keurig uit, de pijn in de borst zijn naweeën van de chemo en de bestralingen, dat kost tijd".
Ik kleed me weer aan, en zet mijn pruik weer op. En aan het eind van het gesprek geeft hij mij een stevige hand en zegt, "je doet het heel goed, tot over een half jaar.
Er heerst een feestje in mij, ben kankervrij.

Praise de Lord. 


zondag 27 januari 2013

* Vertrouwen

De regen klettert tegen mijn achterkamerraam, het regent al de hele morgen.
Het is dooi, de sneeuw verdwijnt langzaam . Mijn voetstappen op het tuinpad worden steeds groter. Mijn mooie pot met violen heeft het zwaar gehad onder een dikke pak sneeuw. Ze hangen er zielig bij, ze lijken wel dood, maar ik weet uit ervaring dat ze weer komen. Dat de warmte van de zon ze weer laat groeien, en dat ze weer uitbundig zullen gaan bloeien. Het duurt alleen even.

                                                                                           

Ik vindt regen niet echt leuk, maar vandaag ben ik er blij om. Ben namelijk zat van de sneeuw, zat van de sok die langzaam nat wordt door het kleine scheurtje in mijn linkerschoenzool. Zat van de witte vlekken van het zout op mijn houten vloer. Zat van het glibberen. Het is genoeg zo, dus ben blij dat het regent.
Mijn pruik is goed bestand tegen een buitje, ook al ga ik door weer en wind, mijn haar zit goed. Dat is wel wat anders dan mijn eigen haar, dat lijkt op een pannenkoek op mijn hoofd, als ik in de regen loop. Wat een zegen zo'n haarwerk.

Mijn haar begint weer te groeien, jippie. Net als de violen was het een hele tijd nog niet veel soeps. Maar nu, ja werkelijk mijn haar is al geknipt, nou ja geschoren eigenlijk. Wendy, mijn jongste dochter, heeft er ook een kleurtje ingedaan. Het was een vaal grijs bosje haar wat er tevoorschijn kwam,.nee niet echt mooi.  Maar wat ben ik dankbaar dat het weer gaat groeien. Dat de oude Carolien millimeter bij millimeter weer de oude wordt. Aangezien we een doosje haarverf uit een eurobak bij de Etos hebben kunnen ritselen, moest ik er gisteren aan geloven. In de keuken wordt ik omgetoverd van een vaag grijs muisje tot een donkerblonde, heel kortgeknipte, leuke vrouw. Nu nog een beetje make-up en dan kan die wel weer. Het is nog te kort om zo naar buiten te gaan, en te koud, dus nog een paar weekjes mijn pruik op.
's Avonds ga ik met een bakje koffie voor de tv zitten, Wendy zei nog, "mam, all you need is love komt er op hoor". Een tranentrekker, ik weet het.
De ene liefdesverklaring na de andere liefdesverklaring wordt naar elkaar uitgesproken. Leuke dingen en minder leuke dingen komen mijn kamer binnen.
Dan gaat er een jonge vrouw in het publiek staan, ze zit er met haar moeder, ze komen naar voren en de dochter vertelt in tranen dat haar moeder niet lang meer bij haar zal zijn. Dat ze haar moeder zo ongelofelijk sterk vindt dat ze trots is op haar hoe ze met haar ziekte omgaat. En dat ze heel veel van haar moeder houdt. De moeder is een mooie vrouw en ze bijt haar tranen weg als ze naar haar dochter luistert. Ze heeft mijn leeftijd en het zelfde bosje haar als wat ik heb.. iedereen kan het zien,..  kanker.
Overal wordt je ermee geconfronteerd, ik wil het gewoon niet zien, maar het is er. Al drie keer heb ik een uitzending gezien van " all you need is love" waar dit in voorkwam.
Ook ik ben mens en worstel ook best wel eens met angst, angst dat ook mijn dochters het ooit moeten zeggen. Het leven is hard, mensen maken van alles mee, je hebt geen controle over je leven, ook al willen we dat graag.
Wat een geluk dat ik God ken en dat Hij voor mij zorgt en dat ik Hem mag vertrouwen hoe de omstandigheden ook zijn.

Uit mijn dagboekje:
                                  
 Langzaam houdt de regen op, en de zon begint weer te schijnen, ook in mijn hart.
    

dinsdag 15 januari 2013

* Stap voor stap

Vanaf de kerstdagen kamp ik al met pijn in de linkerborst en in de ribben.
Heb het geregeld laten controleren maar ik werd steeds naar huis gestuurd met het vermoeden dat ik teveel mijn best heb gedaan bij de fysiotherapie, waardoor mijn grote borstspier overbelast is geraakt, en met de nodige  spanning erbij misschien? Ik en spanning, onmogelijk....
De pijn bleef aan, nu inmiddels al meer dan twee weken. Vorige week dinsdag was ik bij de Aldi en zette ik mijn boodschappenkistje in de auto, daar kreeg ik zulke pijnscheuten in de borststreek dat ik met dichtgeknepen ogen in de auto zat te wachten dat het wegtrok. Ik denk, dit trek ik niet langer en ben gelijk naar de huisarts gegaan.
Na het onderzoek melde ook hij dat het waarschijnlijk de spieren zijn en de naweeën van de bestralingen moest ik ook niet onderschatten. Maar de ribben, daar maakte ik me meer zorgen om. "Als het over twee weken niet over is moet je terug komen, dan moet het iets anders zijn" zegt de arts. Ik zeg "hoe bedoelt u, kan het al zo snel terug zijn na mijn behandeling".
"Ik moet eerlijk tegen je zijn" zegt hij, "ja dat kan, maar dat gebeurd haast nooit, ik ga niet van het ergste uit, maar van spierpijn". Hij kijkt mij aan en zegt, "jou gezicht spreekt boekdelen, ga maar op de foto morgen, dan weten we het zeker" Inderdaad, dat wil ik heel graag.
De volgende dag ga ik op de foto, en dan is het weer afwachten. Moet er toch niet aan denken, ribben en uitzaaiingen, daar heb ik het allemaal niet voor gedaan!!
Vrijdag zou ik bellen voor de uitslag. Wat duren dagen dan lang zeg. Donderdagavond had ik nog een vriendin aan de telefoon, die vertelde ook een verhaal van haar collega waar het ook gelijk weer terug was en die was alweer aan de chemo.... o men, dat wil ik helemaal niet horen.

Ik leg de telefoon neer en er werd gelijk weer gebeld. "Met dokter A..." mijn hart klopt in mijn keel, de huisarts zo laat nog op de avond? dat moet wel menens
zijn. Hij zegt "ik ben even met de uitslagen bezig en ik zag jou naam en ik denk bel haar even". Ik zeg zachtjes "ja"?
"Het is allemaal goed hoor, helemaal geen uitzaaiingen, helemaal schoon". Ik kon hem wel door de telefoon heen zoenen.
Hij zegt "waar de pijn nu vandaan komt weten we niet, maar we wachten nu eerst af of het langzaam beter wordt. Het zal toch wel overbelasting zijn en de borstspier zit aan de ribben vast, de naweeën van de bestralingen speelt ook een grote rol mee"
Okè okè ik vind alles goed, mijn avond kon niet meer stuk.
Wat een attente huisarts die weet dat een patiënt in spanning zit, en haar gerust stelt met een telefoontje.
De volgende dag mag ik zware paracetamol met codeïne ophalen, want de pijn zit er nog steeds, dus nu maar weer rustig afwachten.
Spanning? ja dat heb ik wel even flink gehad de laatste dagen.
En dat is niet raar, ik zal mijn lichaam opnieuw moeten leren vertrouwen.
Stap voor stap.